Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Exoten

Welbeschouwd: breinscheuten

Onlangs stonden astronomen in vuur en vlam. Maar liefst 40 lichtjaren weg was een stelsel van zeven planeten ontdekt. Sommige daarvan leken op onze aarde, dus met kans op buitenaards leven. Ik moest denken aan het laatste kerstdinertje dat we thuis hadden met onze kinderen en kleinkinderen. Waarschijnlijk de laatste keer compleet: ze worden groot en zwermen uit. Ik had weer een ernstig kerstverhaal voor hen geschreven. Daar kwamen we natuurlijk heftig over te spreken. Maar er kwamen méér onderwerpen aan bod, en állemaal werden ze met de nodige passie bediscussieerd. Ik denk wel eens: van wie hebben die kleinkinderen dat toch.De oudste begon vorig jaar met de studie natuur- en sterrenkunde. Ik vroeg of hij wist of het heilswerk van die Jezus van ons kerstfeest óók zou gelden voor mogelijke ándere heelalbewoners, ergens ver weg, exoten. Hij keek me glazig aan, vroeg zo’n beetje of ik wel goed snik was en zei vervolgens dat professoren zich daar echt niet mee bezig hielden. Waarop ik een artikel uit mijn archief opduikelde van een heuse prof die bloedserieus op die vraag in ging: Berkhof, hoogleraar theologie in Leiden, ‘God en zijn heelalbewoners’. Het verscheen in 1976, aan de vooravond van landingen op Mars om daar naar sporen van leven te graven! M’n kleinzoon grijnsde en wilde wel een kopie. Enfin, zo spraken we over meer van dat soort interessante vragen. Over effecten van het grote geld op sport, arbitrageproblemen bij zaalhockey, onze boerinnenkalender, et cetera.

En zo kwamen we ook te spreken over die verkiezingen van nu, 15 maart. De twee oudsten konden nu gaan stemmen, dus ik was wel benieuwd naar hun opvattingen. We kregen het over de grondregels van onze democratie. Een paar vonden dat algemene kiesrecht maar flut. Ze zagen meer in een inperking op basis van een IQ-test. Eerlijk gezegd, ik heb diezelfde aanvechting ook wel eens, maar weet dat toch steeds te onderdrukken. Ook nu probeerde ik dat uit hun hoofd te praten, bijvoorbeeld door te wijzen op het probleem om te bepalen hoe hoog je de lat dan moet leggen.

Ook aan die discussie moest ik pas weer terugdenken. Ik las een groot artikel met de kop: ‘Stemhulp voor verstandelijk beperkten’. Een serieus pleidooi om het stemhokje ook voor dat type gehandicapten, net als rolstoelbehoeftigen, toegankelijk te maken. Mijn eerste reactie: dit kán toch niet waar zijn? Hiervoor was onze democratie toch niet bedoeld? Hebben die kleinkinderen dan tóch gelijk?

Mijn twijfel bleef knagen. Tot ik pas bij Pauw & Jinek een paar korte interviews zag met jongeren die voor het eerst mochten meedoen. “Op welke club ga je stemmen?” “Ik denk GGD!” Een ander kon met geen mogelijkheid drie politieke partijen noemen. Ik was weer genezen en dacht: laat maar; als we dit soort ‘exoten’ toelaten, dan kan dat handjevol écht gehandicapte wilsonbekwamen er ook nog wel bij. Misschien niet zo principieel, maar wel praktischer werkbaar dan een onvermijdelijk elitaire voorselectie. Democratie is kwetsbaar.

 

Piet van der Klis.