Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Ruimte voor emoties, maar gebruik je verstand

Welbeschouwd: gedachtesprongen

Drie keer deed ik tot nu toe mee aan de gedichtenwedstrijd in Deventer. Elk jaar is er een thema. Een jury beoordeelt de inzendingen en selecteert acht genomineerden voor de prijsuitreiking in theater Bouwkunde.In 2016 was het thema ‘Verwondering’ en won ik de 2e prijs met:

Broos geluk

Soms kan regen vocht zijn

van de hemel die de aarde kust,

het ruisen van bomen een lied zijn

dat het bos in sluimering sust.

Dan worden stenen juwelen,

topaas, smaragd en robijn,

en schallen trompetten uit kelen

van kinderen die engelen zijn.

Soms, en altijd maar even,

is de aarde weer paradijs

en komt de verwondering tot leven,

tot alles opnieuw triest wordt, en grijs.

 

In 2017, thema ‘Humor’, verraste de jury mij opnieuw met een nominatie en mocht ik dus mijn gedicht weer voordragen. Echter, ik viel nét buiten de prijzen met:

 

Over()leven

De oude jood zei het eens zo:

In humor gaat het leed incognito.

 

Stijf opgepropt in de wagon,

op weg naar het échte eindstation,

hoorde hij een gabber vragen:

Waar is de restauratiewagen?

 

En ook in het barakkenkamp

zag hij in elke grap de ramp.

Zijn wanhoopskreet, vlak voor het schot:

Ik lach me hier nog eens kapot!

 

Het was hem op het lijf geschreven:

waar humor sterft, sterft ook het leven.

 

Nu, 2018, thema ‘Poézie en Theater’ kreeg ik wel een uitnodiging voor de prijsuitreiking, maar bleek ik zelfs niet eens genomineerd met mijn:

 

Toneelspel

Kijk daar die manische gek op de planken,

hoe hij geilt als ze hem staande bedanken.

Ja, op het toneel

is niets hem te veel,

maar ’s nachts ligt die komiek zacht te janken.

 

Teleurgesteld? Nou en of. Zelfs boos op zo’n ‘onnavolgbare’ jury. Een vat vol van gekrenkte emoties! Ik had toch gelijk? Het mooiste gedicht? Totdat die eerste ongelukkigheid wegzakte en plaats maakte voor een meer rationele reactie. Wind je niet op, en als je niet tegen je verlies kunt, doe dan niet mee. Vertrouw die jury, beticht die niet van incompetentie, et cetera.

 

Pas stond ik in de Schoolstraat naar het nieuwe gebouw voor onze dorpsbibliotheek te kijken. Met de rug naar de ‘Posthoorn’ en zo de blik op die in ieder geval monumentale gevel. Een prominent persoon uit onze Bathmense samenleving, met enorme achterban, stond naast me en zei: “Je kan wel zien dat we nu met Deventer te maken krijgen met bestemmingsplannen die niet dorps zijn.” Ik: “Wat een onzin, bestemmingsplannen worden toch per keer, voor élke plek, volgens een bepaalde juridische procedure vastgesteld; dat heeft toch niks met Déventer te maken?” Mijn gesprekspartner met licht verheven stem: “Toch wél hoor, dat is écht anders”, met als ondertoon: dat wordt ons door die stadse bestuurders in de maag gesplitst!

Ik dacht terug aan mijn ‘verworpen’ gedicht; en vervolgens, wanneer komt bij mijn gesprekspartner en de club die daarachter staat, nu eens wat meer ruimte voor de ratio, in plaats van een op onkunde of onwil gebaseerde emotie?

 

Piet van der Klis.