Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

April 2015:

Drie Bathmense “zorgers”

met pensioen:

Bakkerij Nijkamp:

de zorg voor de inwendige mens

Joop Blauw:

de zorg voor de patiënt

Ton Koot:

de zorg voor de bewoner

Bakkerij Nijkamp sluit na vier generaties de deuren

BATHMEN – Geen opvolging, allebei gepensioneerd en kampend met een minder wordende gezondheid. Van deze drie belangrijke dingen maakten Wim en Jo Wassink-Nijkamp een optelsom en kwamen tot de conclusie dat het beter was om een punt te zetten achter het werkzame leven in bakkerij en winkel.

Ziekenhuisopname van Wim bespoedigde dit voornemen en daarom zullen al op 30 april de deuren dichtgaan van Bakkerij Nijkamp aan de Schoolstraat.

Maar wel met veel pijn in ’t hart, zo benadrukt Jo mede namens Wim die vanwege zijn ziekenhuisverblijf niet aanwezig kan zijn bij dit gesprek.

“De mensen zeggen allemaal dat ik in een gat zal vallen als we eenmaal gestopt zijn, maar ik hoop het niet. Een echt sociaal leven konden we niet opbouwen. Ik ben natuurlijk niet anders gewend dan het leven hier in en om de bakkerij, dat zal eerst allemaal nog wel raar zijn. En het venten, dat zal ik zeker missen. We hebben zo’n goed contact gehad met de klanten, in vreugde en verdriet.”

Aan de gezellige keukentafel achter de winkel, waar het al generaties een komen en gaan is geweest van mensen die “even achterom” kwamen, blikt “Jootje van de Bakker” even terug op de lange geschiedenis van Bakkerij Nijkamp.

Ze heeft een eigendomsakte teruggevonden waarin staat dat haar Opa Hendrik Nijkamp in 1899 het stuk grond aan de Schoolstraat kocht om daarop een bakkerij te stichten en waar in het achterhuis ook koeien werden gehouden.

“Opoe molk de koeien; de melk was voor eigen gebruik maar ook om ijs van te maken. Na Opoe en Opa namen mijn ouders, Hendrik en Diene Nijkamp, het bedrijf over. Mijn vader in de bakkerij en mijn moeder ging  uit venten met de bakfiets. Toen zij er mee stopten, namen broer Jan en zijn vrouw Gerritje het over. Jan zat altijd vol grappen en grollen en dat zullen velen zich nog wel herinneren! In die tijd waren we ook al bij de bakkerij betrokken, maar toen Wim en ik getrouwd zijn, hebben wij het overgenomen en dat is ook alweer veertig jaar geleden! We hebben, samen met de mensen die ons in de bakkerij en de winkel hebben geholpen, ons best gedaan om het zo goed mogelijk te doen! We hebben heel veel plezier beleefd aan ons werk en het contact met de klanten. Mede namens Wim wil ik de mensen graag bedanken voor de klandizie en het fijne contact door de jaren heen. Ook danken wij de mensen die ons bij het werk altijd terzijde hebben gestaan. Het waren goede jaren waar we heel warme herinneringen aan zullen blijven houden.”

 

 Huisarts Joop Blauw: mijn leven was altijd leuk!

BATHMEN – Het “jongetje” Joop Blauw wilde aanvankelijk piloot worden, later journalist want dan kon hij vanwege zijn nieuwsgierige aard mooi met de neus overal vooraan staan. Maar zijn allereerste ambitie was: treinmachinist. Dat hij in zijn latere leven lijnrecht tegenover de Spoorwegen kwam te staan, kon hij toen nog niet bevroeden! Dat was op het moment dat er snode plannen werden gesmeed voor de aanleg van de spoorboog bij Bathmen en Joop Blauw, mét de Belangen Vereniging Bathmen, er zich sterk voor maakte om dit tegen te gaan. Met succes! “Dat geeft binding binnen een dorp, dat straalt kracht uit!

Net als met de organisatie van die prachtige evenementen hier: Bathmen spant de Kroon, het Openluchtspel en nog zoveel dingen. Er zijn overal mensen voor, elk met een eigen talent, die allemaal wat weten en willen doen. En dan bereik je samen iets en krijg je het gevoel van “Kijk, dat hebben wij dan toch maar mooi  gedaan!”  Dat kan hier allemaal . We hebben het hier altijd naar onze zin gehad en we blijven hier ook wonen. De praktijk blijft voorlopig hier tot aan de opening van het nieuwe centrum in oktober. In mijn opvolgster, dokter Overbeek, heb ik het volste vertrouwen en behalve vernieuwingen die er nu eenmaal bij horen, zal er weinig veranderen. Ook de assistentes blijven.”

“Leuke dingen doen na mijn pensionering? Mijn leven was altijd leuk! Als huisarts sta je heel dicht bij de mens en in het leven van elk mens gebeurt zóveel waarbij wij betrokken zijn. Bij mijn afscheidsreceptie drukten mensen mij de hand en op elk gezicht zag ik een heel leven voorbijtrekken. Als ik mijn eerste keuze om chirurg te worden had gevolgd, had ik dat nooit gehad. Dan behandel je een patiënt die dan even blijft en daarna weer verdwijnt uit je leven. Dat was mijn bezwaar. Ik was al bezig met de opleiding tot chirurg, had al  een plek toegewezen gekregen waar anderen jaloers op waren. Maar er zat een wachtjaar tussen en die vulde ik met het verkennen van de huisartsenspecialisatie bij dokter Itjeshorst. Collega’s verklaarden mij voor gek! Maar uiteindelijk was die brede specialisatie en de betrokkenheid bij de patiënt reden voor de keuze van de huisartsenpraktijk. Je maakt mensen mee van de wieg tot het graf. In een later stadium kwamen dokter Westra en Itjeshorst naar mij toe met de vraag of ik een eigen praktijk wilde beginnen, de derde in Bathmen. En zo zijn we hier gestart: mijn vrouw Gerry deed de apotheek en de administratie, ik de praktijk waar toen ook nog verloskunde bij zat en je avond-, nacht- en weekenddiensten had. Dat was intensief. Als  Landelijke Huisartsen Vereniging hebben we in die tijd o.a. bereikt dat de huisartsenpost er kwam en praktijkondersteuners. Buiten de praktijk ben ik actief betrokken geweest bij de plaatselijke EHBO en Rode Kruis. En waar ik op het moment nog bij betrokken ben dat is de Huisartsenopleiding waar ik voorzitter van ben. Daar worden jaarlijks 700 basisstudenten opgeleid. Daar blijf ik mij mee bezighouden.”

Joop Blauw: met een warm gevoel kijkt hij terug op zijn leven als huisarts en met plezier kijkt hij naar de toekomst, niet vol wilde plannen maar gewoon kijken wat er op zijn pad komt.

 

Scheidend directeur/bestuurder Ton koot: trots op zijn Dijkhuis!

BATHMEN – Niemand hoeft er bang voor te zijn dat Ton Koot zich straks zal gaan vervelen: nét voor dit gesprek wordt hij, al voor zijn pensionering, aangeklampt door twee heren die hem met graagte in het bestuur van hun stichting zouden verwelkomen. Hij doet echter geen toezeggingen en gaat ons met gezwinde pas voor naar de Rotonde van ’t Dijkhuis.

“O, ik zal straks nog best wat willen doen, hoor. Niet in de politiek, hoewel ik daar toch veel van geleerd heb. Nee, eerder kleine projecten, dingen opzetten, dat lijkt me wel wat  maar nu nog niet. Eerst hier alles afronden en mijn opvolgster, Jackie van Beek, inwerken en voorbereiden op haar taak waarvan ik zeker weet dat ze die goed zal volbrengen. En dan eerst eens een beetje genieten, samen met mijn vrouw, veel lezen. En als ze me van hieruit nodig hebben: ik ben dichtbij.“

De eerste managementervaring deed Koot op in de confectie. “Maar eigenlijk is dit (rondom wijzend naar “zijn Dijkhuis”) wat ik uiteindelijk wilde: het runnen van een woon- en zorgcentrum waarin de bewoner centraal staat en niet de directie. Ik volgde daar de opleidingen voor en kwam hier terecht toen ’t Dijkhuis nog heel klein was. We hebben het geluk dat ‘t Dijkhuis zelfstandig is gebleven en daardoor kleinschalig. Geen fusie met een grote organisatie, maar zorgen dat je goed op je centen let. Doordat de gebouwen eigendom zijn, zijn we niet afhankelijk van verhuurders en kunnen we ook eerder bij een bank aankloppen vanwege het onderpand maar ook vanwege de goede financiële resultaten. Daarom hebben we uit kunnen breiden en kan het woon- en zorgcentrum aan alle eisen des tijds voldoen. We hebben hier geen zware top, ik heb ook geen secretaresse, doe wat dat betreft alles zelf. Je moet zo dicht mogelijk bij jezelf blijven en doen alsof het jouw winkel is. Dat geldt niet alleen voor mij maar voor alle medewerkers, ook de vrijwilligers, dat verantwoordelijkheidsgevoel en het zuinig zijn met de centen. En daardoor bereik je wat we nu hebben bereikt: een prachtig centrum met alles er op en er aan, waar mensen het naar de zin hebben en kunnen wonen, aangepast aan hun situatie. Het moet er  gemoedelijk aan toe gaan. De deur van mijn kantoor staat altijd open en iedereen kan er binnen lopen en ik drink vaak koffie met de mensen of loop binnen bij de activiteiten. Dat contact is zó belangrijk, voor de mensen en voor mijzelf. Je kent de mensen en je weet wat er speelt. Natuurlijk zijn er in de zorg enorm veel dingen veranderd en nog gaande. Maar zover mogelijk, trekken wij hier ook ons eigen plan en hebben we soms wel eens maling aan dingen, als ’t even kan leggen we die naast ons neer. Inmiddels zijn we ook weer met een nieuwbouwplan bezig aan de voorkant en we hopen dat dát er door komt want we hebben een lange wachtlijst.”

Of hij zijn doel bereikt heeft? “Ja, voor zover dat mogelijk is, want de zorg is natuurlijk altijd in beweging, dat houdt niet op. Maar voor nu denk ik: het is prachtig wat we allemaal hebben kunnen bereiken!”