Debby Petter – Ik ben er nog
Maandag 11 mei in Cultuurhuus Braakhekke
BATHMEN – In de reeks van 70 jaar bevrijding die met verschillende thema`s in Cultuurhuus Braakhekke plaatsvinden is er op 11 mei de voorstelling van Debby Petter. Deze avond is georganiseerd door de Vrouwen van Nu afd. Bathmen en is voor iedereen toegankelijk; u kunt een kaartje kopen voor € 5,- bij het Infopunt of aan de zaal. De avond begint om 20.00 uur.
Debby Petter is docente Nederlands en presenteerde jarenlang het NOS-Journaal. Ze was al volwassen toen haar moeder, Hélène Egger, haar bij stukjes en beetjes de verhalen uit haar eigen jeugd vertelde. Die verhalen heeft Petter schitterend verwerkt in Ik ben er nog.
Aanvankelijk beleefde haar moeder een onbezorgde jeugd in Zandvoort aan Zee. Daaraan kwam een eind in mei 1940, toen de oorlog uitbrak. Heleentje, een joods meisje, is dan tien jaar. Haar gescheiden moeder wordt in Amsterdam geopereerd aan een hersentumor en overlijdt naderhand. Van haar twee oudere broers kan ze nog een paar jaar genieten; tot ze een oproep krijgen voor een werkkamp. Via Westerbork – waarvandaan ze nog onbezorgde kaartjes opsturen – worden Julius van zeventien en Daniël van negentien op transport gezet naar Auschwitz, waar ze op 30 september 1942 worden vergast. Hun zusje belandt met haar vader in de Hollandsche Schouwburg. Ook hij wordt naar Westerbork getransporteerd en in mei 1943 komt hij in Sobibor om het leven. Heleentje heeft geluk; ze wordt in de schouwburg opgehaald door haar opa. Haar leven is gered. Maar gedurende de hele oorlogsperiode moet ze onderduiken.
Jaren geleden verscheen bij mijn eigen uitgeverij Conserve het verhaal van Merlyn Frank over haar moeder, die – onderweg naar Westerbork – Merlyn en haar broertje op het station van Utrecht aan studenten meegaf. Ze doken onder en overleefden zo de oorlog.
Heleentje overleefde eveneens, door onder te duiken in Vught, Rotterdam, Hilversum en Vorstenbosch. In de laatste plaats had ze het het meest naar haar zin, bij een eenvoudige familie op het Brabantse boerenland. Ze heeft nog steeds nauw contact met deze warme familie Voets.
Petter beschrijft het leven van haar moeder sober en natuurgetrouw. Het verhaal wordt vooral in het begin afgewisseld door de kaartjes die haar broers, nog naïef hoopvol over de afloop, uit Westerbork sturen en door de versjes die mensen in het poëziealbum van haar moeder schreven. Velen van hen kwamen om, zoals oma Selma of Marion Kaufmann. Navrant, die combinatie van optimisme en de wetenschap dat zij allen werden vermoord.