Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Tranen over mijn wangen

in ’t Dijkhuis

BATHMEN – De sfeer is fijn, ontspannen en vrolijk. Vanavond zitten veel bewoners met een aantal verzorgenden aan de grote tafel. Het is echt een flinke groep. Het doet mij denken aan de gezinnen van vroeger, die vaak ook zo groot waren. Gezellig. Buiten is het donker en koud, binnen voelt het warm en huiselijk.“Was u bang voor Sinterklaas?”

“Nee, daar had ik geen tijd voor.”

“Waren de jongens ondeugender dan de meisjes?”

“Ja zeker! Die konden er wat van.”

“Kunnen de dames de mannen aan?”

“Nou met de mond wel, maar verder weet ik het nog niet zo.”

De verzorgenden stellen de bewoners om de beurt vragen. Ze zorgen dat iedereen aan bod komt. Ook degenen die niet snel iets uit zichzelf vertellen. De aandacht wordt dus goed verdeeld. Het is mooi om te zien dat als er over vroeger gesproken wordt, de antwoorden vaak soepel en helder worden gegeven.

In ’t Dijkhuis blijkt ook een speciaal vragenspel aanwezig te zijn, waar ik zeker binnenkort een keer gebruik van wil maken. In het spel zitten kaartjes met vragen erop. Vragen die herinneringen ophalen, vragen die handvatten bieden voor boeiende gesprekken. Daar verheug ik me nu al op.

Na het gezellige samenzijn aan de tafel verplaatsen we ons naar het zitgedeelte van de woonkamer, om samen een spel te doen. We maken een grote kring, vouwen de felgekleurde parachute open en pakken allemaal de rand van het ronde doek beet. Op deze manier is de parachute uitgevouwen en hebben we een soort rond tafelkleed tussen ons in.

Vervolgens worden er een aantal lichte plastic ballen op het doek gelegd, waarna we met z’n allen de parachute laten bewegen. De ballen rollen van links naar rechts. Door goed samen te werken, proberen we de ballen in het spel te houden. Afwisselend tillen we onze armen op, om ze daarna weer snel te laten zakken. Het is een mooi spel. Leuk om iedereen actief te zien meedoen. Ook de mensen die eerst niet enthousiast leken. Als er een aantal ballen op de grond ligt, kruip ik onder de parachute. Ik pak een bal op, geef hem aan Mevrouw-met-haar-handtas, waarna zij hem op de parachute gooit. Zo herhalen we deze interactie een aantal keer. De laatste bal die ik opraap, geef ik aan Mevrouw-met-de-eeuwige-glimlach. Ik zit dus nog steeds gehurkt voor haar, half op schoot, onder de parachute. Ze pakt de bal aan, houdt hem even vast en drukt hem vervolgens zes keer achterelkaar op mijn neus. Hilarisch! Ondertussen lig ik bijna gevouwen onder de parachute. De tranen over mijn wangen. Als ik Mevrouw-met-de-eeuwige-glimlach aankijk, zie ik dat de tranen over haar wangen biggelen. Wat lachen we heerlijk met elkaar. Als we het spel bijna gaan afronden, willen we de ballen alleen nog even in het midden door het gat laten gaan. Op de één of andere manier lukt het niet. Ze rollen er telkens langs, overheen. Het zou toch makkelijk moeten passen. Nou ja, we gaan er toch mee stoppen. Een andere keer weer verder. Bij het opvouwen van de parachute valt mij opeens iets op: in het midden zit gaas. Het is geen gat. Zouden de bewoners gedacht hebben dat wij in de war waren?

Ik ga steeds beter begrijpen en nog meer waarderen dat ’t Dijkhuis erg veel waarde hecht aan het zoveel mogelijk creëren van een huiselijke sfeer. Een thuis. Want dat is het natuurlijk ook. Geen verzorgingshuis, maar een thuis. Zo worden op een gegeven moment de heldere lichten in de woonkamer uitgedaan en de sfeerverlichting aangedaan. Er wordt rondgegaan met een blokje kaas en een lekker glas fris. Zo laten we de rust terugkeren voor de bewoners. We zitten tevreden bij elkaar. Wat ben ik dankbaar voor deze mooie avond.

 

Nathalie Steffens.