Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Expositie Johan van Hell:

Op klare toon

De glazenwasser.

De glazenwasser.

9 oktober 2016 -12 februari 2017

GORSSEL – Het zeldzame dubbeltalent van Johan van Hell (1889-1952) verdient het om door iedere generatie opnieuw ontdekt te worden. Als gedreven beeldend kunstenaar & musicus slaagde Van Hell erin zijn beide talenten ten volle te benutten, op het hoogste niveau. Zijn fijnzinnige schilderijen in sprankelende kleuren zijn een ijzersterke mix van vorm en verhaal.Balancerend op de rand van melancholie en optimisme toont Van Hell zich nog altijd als een geëngageerd en geamuseerd waarnemer. Straattaferelen, landschappen, portretten en muziek wisselen elkaar af in de overzichtstentoonstelling Op klare toon.

 

Kleur

Zachtschijnend geel of diep-zinderend violet, het fenomenale kleurgebruik van Johan van Hell heeft nog niets aan kracht ingeboet. De bevlogen Amsterdamse kunstenaar uit een diamantbewerkersgeslacht schilderde met een rood hart zonder in de valkuil te trappen van kitscherige, socialistische heilstaatskunst. Zijn glasheldere, vlakvullende stadstaferelen met straatventers, kolenboeren, arbeiders en muzikanten zijn ontroerend maar onsentimenteel. Hij vertelt anekdotes over armoede, werkloosheid – en ook hoop – en giet deze in een weergaloos strakke, grafische stijl. Vorm en verhaal versterken elkaar. Zo houdt zijn ‘Glazenwasser’ (1927), gevangen in geometrie, statig stand bovenop een ladder. Van Hells gestileerde figuur in blauwe overall blijft echter herkenbaar als mens. Zijn lippen lijken zelfs een beetje getuit. Misschien fluit hij een deuntje?

 

Klarinet

Deze chroniqueur van de crisisjaren was ook een van de beste klarinettisten van Nederland. Verschillende keren kreeg Van Hell een vaste aanstelling aangeboden bij het toen al gerenommeerde Concertgebouworkest. Hij weigerde steevast. Liever bleef hij invaller zodat hij tijd hield voor de beeldende kunst. Tot verbazing van de beroemde dirigent Willem Mengelberg die zich afvroeg hoe hij twee muzen ‘aankon’. Waarop Van Hell antwoordde: “Wanneer ik voor de schildersezel sta, ben ik geheel schilder, en wanneer ik met mijn klarinet achter mijn lessenaar zit, ben ik geheel musicus”.

 

Toewijding

Al op 14-jarige leeftijd besloot Van Hell hoe hij zijn leven met twee grote liefdes moest volhouden. Met discipline en kracht. “Het vergde den heelen mensch en iedere beschikbare minuut”. Bij deze volkomen toewijding hoorde ook gratis teken- en muziekles geven aan kinderen uit minderbedeelde gezinnen. En om zijn kunst toegankelijk te houden ‘voor het volk’, maakte hij betaalbare litho’s. Altijd gekleed in een bruin fluwelen pak met vlinderdasje, leek hij een strenge maar meeslepende leraar. Voor intimi was hij innemend en genereus. Schijnbaar moeiteloos bewoog hij zich in verschillende milieus en sferen. Zijn oeuvre varieert dan ook van chique orkestleden uit de Amsterdamse Van Baerlestraat tot werkloze straatmuzikanten. En van volkse stadstaferelen tot mystiek tintelende landschappen. Van Hells klare toon sprankelt echter overal doorheen.

 

Bijzondere kunstwerken: Johan van Hell won in 1924 bij de Olympisch Spelen in Parijs de bronzen medaille voor het schilderij ‘Schaatsenrijder’. Deze bruikleen van het museum Le Petit Palais uit Genève is een haast iconische 20ste eeuwse variant op de bekende ijstaferelen van Hendrik Avercamp. Voor de tentoonstelling zijn ook twee schilderijen van Johan van Hell beschikbaar gesteld door het Koninklijk Concertgebouw die nooit eerder hun thuisbasis verlaten hebben. Zo zal het werk ‘Blaassextet’ (ca 1922) – waarop Van Hell zijn vrienden-musici portretteerde – te zien zijn. Daarnaast zal voor het eerst een muziekopname te horen zijn waarop Van Hell klarinet speelt. Andere (particuliere) bruikleengevers zijn onder meer de erven Van Hell, Museum Arnhem, Stedelijk Museum Amsterdam, Museum De Fundatie en Teylers Museum.

 

Publicatie

In samenwerking met uitgeverij Terra Lannoo komt het boek uit: ‘Johan van Hell – Schilder & musicus.’ Gastconservatoren Caroline Roodenburg-Schadd en Tineke Reijnders hebben t.g.v. de tentoonstelling een bewerkte heruitgave verzorgd van hun eerdere publicatie.

 

Museum MORE is het grootste museum voor Nederlands Modern Realisme. Het museum huisvest de collectie van Hans Melchers en opende zijn deuren in 2015. De verzameling bevat topwerken van onder meer Jan Mankes, Carel Willink, Pyke Koch en Charley Toorop. Naast de semipermanente opstelling wil MORE met wisseltentoonstellingen het oneindig rijkgeschakeerde spectrum van een eeuw realistische kunst laten zien.

Museum MORE, Hoofdstraat 28, 7213 CW Gorssel. tel. 0575-760300 | www.museummore.nl