De zachte strijd: van meedansen naar leiden
Welbeschouwd: de Nashvilleverklaring (4)
Na drie voorbereidende rondes, tijd voor het echte werk. Over naar de verklaring en de ondertekenaars, met als spraakmakend persoon SGP-voorman Kees van der Staaij.Het is een blunder die ondertekenaars weg te zetten als oude, in hun ontwikkeling achtergebleven zeurpieten met verkalkte hersenen. Zo is wel over hen gesproken in de media. Een vriend probeerde mij op een verjaarsfeestje met veel verbale decibellen deze visie aan te smeren. Je treft haar ook bij ‘wereldlijken’ die niets van een god of opperwezen willen weten. Maar het is niet vól te houden. De lijst namen bestaat bijna zonder uitzondering uit mensen met een hogere opleiding, vaak een academische graad, waaronder gepromoveerden en professoren. Mr. C.G. van der Staaij, onze Kees, studeerde rechten! Je kunt die club dus echt niet wegzetten als een stelletje intellectuele laagvliegers.
De aanpak die ik ga kiezen, is anders. Ik neem ze bloedserieus. Hoe? Door de discussie op hun eigen speelveld aan te gaan. Kan dat? Ja, mits zij bereid zijn om hun eigen uitspraken en principes consequent te nemen. En, mits ikzelf bereid en in staat ben hun taal te spreken. Ik wil in hún ‘geloofshuid’ kruipen en ze vervolgens in aanraking brengen met problematische kanten in hun redeneringen. Ik ga discussiepunten zoeken waarbij ze met de mond vol tanden komen te staan. Of waarbij ze een ontsnapping zoeken door in willekeur te vervallen om zó het idee van de Heilige Schrift als Gods onaantastbare Woord overeind te houden.
Hoogtijd voor een voorbeeld. De Bijbel bevat ongerijmdheden. Zo staat ergens dat koning Salomo twintig steden aan koning Hiram cadeau gaf, terwijl wat verder precies het omgekeerde valt te lezen. Hier moet mijn partner over de brug komen. Een beetje ‘rekkelijke’ zou dan kunnen zeggen: “Oké, maar dit is gewoon een bijzaak natuurlijk. Hier gaat het niet écht om Gods Woord!” Dat veranker ik dan voorlopig in mijn achterhoofd: mijn partner maakt dus onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Niet élk woord in zijn Bijbel telt kennelijk even zwaar als onaantastbaar Woord Gods. Vervolgens kan ik verder met mijn ‘ondermijnend’ onderzoek. Net zo lang als ik mijn tegenstander aan de haak kan houden. En nét zolang als ik zijn tegenwerpingen met grondige, controleerbare Bijbelse en theologische kennis kan pareren.
Deze aanpak staat bekend als ‘immanente kritiek’. Je aanvaart de manier waarop de ander naar iets kijkt, hier de Bijbel. Vervolgens zoek je binnen die visie naar haarscheurtjes, onhoudbare conclusies, innerlijke tegenspraken. Totdat er een verschuiving komt, soms een letterlijke verruiming, een verdere ‘verrekkelijking’. Mijn uiteindelijke doel: aantonen dat heel dat beroep hier op die Bijbel als Gods Woord, stijf staat van de menselijke willekeur. Sommigen geeft dat lucht. Anderen, de verstokte ‘preciezen’ zullen ook hier afhaken. Einde verhaal dan. Al hoeft dit nog niet een volledige relationele breuk te betekenen. Het leven is godzijdank breder dan een bijbelopvatting.
Let op: de exacte Bijbelplaatsen staan steeds in mijn versie met verwijzingsnoten op de website.
Piet van der Klis.