Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Is er hoop?

Welbeschouwd: breinscheuten

Mag je liegen? Mijn advies: lieg nooit! Moet je dan de wáárheid spreken? Onzin, in de wereld gebracht door een dubieuze Amerikaanse zielenknijper. Maar wat dán? Simpel: lieg niet, vertel niet per se de waarheid, maar geef hoop! Drie voorbeelden.In 1978 kwam de serie Holocaust op de tv. Een dochter van elf moest en zou die uitzendingen zien. Dus keken we samen. Na de eerste aflevering vond ik haar huilend in bed. Ze vroeg: “Papa, komt dat nog goed?” Ik: “Nee schat, je weet het zelf eigenlijk óók wel, het komt niet goed.” Vervolgens zat ik naast haar tot ze uitgehuild in slaap viel. Hardnekkig keek ze verder, met elke keer hetzelfde gedoe. Na het slot van die gedramatiseerde gruweltijd: “Papa, kan dat nóg een keer gebeuren?” Ik, na enig aarzelen: “Nee lieverd, ik weet zeker dat wat je nu allemaal zag, hier nooit meer zo kan gebeuren.” Gelogen? Nee! De kille waarheid? Ook niet helemaal. Maar ik gaf haar hoop zonder later op een echte leugen betrapt te kunnen worden.

Ik was denk ik zo’n jaar of 16 toen ik viel op Renée. Ik kende haar van ons Wagenings Lyceum, maar óók als tegenspeelster in een toneelclubje op, zeg maar, christelijke grondslag. Mijn moeder kreeg er lucht van dat ik weer eens last van mijn hormonen had. Vond ze prima, maar haar enige zorg was of zo’n nieuwe vlam wel van een passend ‘godsdienstig houtje’ was. Dus vroeg ze of dat meisje op zondag fietste, bij ons een doodzonde! Ik: “Nee, dat meisje fietst niet op zondag!” Ma voorlopig tevreden. Echter, wat ik niet vertelde, mijn Reneétje fietste ook niet op maandag, of dinsdag. Reneétje kón helemaal niet fietsen. Trouwens nog niet. Ik zie haar nu en dan wel eens en stuur met haar verjaardag nog altijd een presentje. Alweer: niet gelogen, niet de hele waarheid, wél ruimte voor hoop op een gelukkige liefde.

Ten slotte. Jaren geleden las ik het verhaal van iemand van een crisisdienst die in een hete zomer te hulp werd geroepen ergens hier op het platteland. Hij trof een oude boer op een bankje onder een al half verdorde perenboom, bijna blind van een dubbele staar. De man bleek hevig van slag door zorgen over verschroeiende gewassen en het maar uitblijven van regen. Tijdens zijn verhaal komt een kreupele erfhond aangestrompeld, tilt zijn poot op en piest die boer tegen de benen. Zegt die boer: “Noe gleuf ik toch wis en waarachtig, dat er een bitje nattigheid viel.” Waarop die hulpverlener behendig reageerde met: “Er viel inderdaad wat nattigheid, maar het is geloof ik maar héél plaatselijk en nog van korte duur.” Het bleek precies genoeg om die ouwe weer wat psychische spankracht te geven tot de echte buien kwamen. Over hoop gesproken! Puur vakmanschap.

Doe net als ik: lieg niet, spreek niet altijd de waarheid, maar geef hoop. Dat lijkt mij een fraai motto op weg naar 2017.

 

Piet van der Klis.