Plan De Brink
Klik hier om de 3D animatie te bekijken

Welbeschouwd: Ja maar ….. (7)

Humor?

Op de valreep besluit ik toch nog een column te schrijven. Ik had plannen voor een vrolijk stukje, maar dat lukt van geen kant. Ik ben dan voor zover ik weet (nog) niet besmet met het coronavirus, maar het heeft me wel in de ban. Ik merk hoe gevoelig ik ben voor de opeenstapeling van onheilstijdingen waaraan maar geen eind lijkt te komen. Ik kan me er niet aan onttrekken en me van de media afkeren. Dat zou me nóg onrustiger maken.

Het is de ervaring van onmacht, overgeleverd zijn aan krachten van buiten waar je geen of nauwelijks controle over hebt. Waarbij je maar moet afwachten hoe het uitpakt, voor jou, je naasten en anderen om je heen. En nog veel verder.

In de media kwamen de klassiekers over vergelijkbare situaties ruimschoots aan bod. Albert Camus met zijn roman ‘La Peste’, over een uitbraak van de pest in een stad in Algerije. We lazen het klassikaal in de literatuurlessen Frans op de HBS. En het veel recentere ‘De stad der blinden’ van José Saramago, waarin een stad in de greep raakt van een plaag van plotselinge blindheid. En steeds de beschrijving van wat dit soort overweldigend onheil losmaakt aan goeds en ook kwaads in mensen.

In het zelfde rijtje past voor mij ook het boek ‘On the beach’ van Nevil Shute (‘De laatste oever’) uit 1957. Het Noordelijke halfrond is uitgeroeid door een atoomoorlog en het enige nog resterende leven, in Australië, dreigt ten onder te gaan aan de radioactieve fall-out die langzaam maar zeker naar het Zuiden trekt. Ik zag ook de film. Het was in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog en ik herinner me dat bij de uitgang van de bioscoop pacifisten pamfletten uitdeelden. En óók herinner ik me de beklemming die ik voelde door wat ik te zien had gekregen. Het idee dat dit zomaar echte werkelijkheid kon worden, ook voor ons.

Veel, veel later overweldigde mij een overeenkomstig gevoel bij die kernramp in 1986 van Tsjernobyl. Er kwamen onvoorstelbare hoeveelheden radioactieve stoffen vrij, die overal heen hun weg konden vinden. Maar net hoe de wind stond! Het tikte raakte me extra omdat een dochter voor studie een jaar in de USA was en daar bedolven werd met paniekverhalen. Hoewel? Ruim tien jaar later kwam ik in de Frans-Italiaanse Alpen nóg waarschuwingsborden tegen om geen paddenstoelen te plukken vanwege nog steeds aanwezige radioactieve besmetting!

En wat me nu ook niet lukt te onderdrukken, steeds weerkerende nare herinneringen aan WO-II. Ouders die twee keer moesten evacueren, in 1940 en nog eens in 1944, toen ik erbij was. Ik merk steeds meer hoe dit hun levens en ook het mijne moet hebben getekend. Wanhoop, onzekerheid, kwetsbaarheid, afhankelijkheid.

 

Gelukkig heb ik kleinkinderen die me regelmatig bestoken met appjes. Zoals: In Rusland mogen maximaal drie personen in een auto; anders krijg je vierussen! Het roept mijn favoriete uitspraak op: ‘In humor gaat het leed incognito.’

 

Piet van der Klis